Bad Nieuweschans, 1941
Bewapend met een MG 34 staat een Duitse soldaat in een open wagon op het spoorwegemplacement nabij het station van Nieuweschans. Duitse treinen moesten continu beschermd worden tegen geallieerde laagvliegers. Vanaf 1942 was Nieuweschans de laatste halte op Nederlands grondgebied waar treinen uit Westerbork stopten op weg naar de Duitse vernietigingskampen in het Oosten. Op alle tussengelegen stations stonden Nederlandse politieagenten om belangstellenden op afstand te houden. De maatregel was genomen nadat was gebleken dat ‘bij het passeeren van treinen met geëvacueerde Joden de bevolking zich bij de stations of op andere punten verzamelt, ten einde de Joden door wuiven of roepen hun sympathie te betuigen’. Jaap Meijer, alias Saul van Messel, schreef over zijn deportatie naar Bergen-Belsen een gedicht (Schanze = Gronings voor Nieuweschans):
bie langs
15-2-1944
doe leste traain dij mie bie winschoot langs noar schanze ridt
lag onder dizze zulde locht
mien jongestied
dag dode pabbe doe ligst hail dicht bie
woarhèn goan wie