Groningen, winter 1944-1945
De laatste oorlogsmaanden zijn ook letterlijk donkere dagen, zoals hier in de huiskamer van bakker Dijkhuis aan de Mauritsstraat in Groningen. Sjabbo en Jan Dijkhuis zitten samen met Klaske Bosma, Sjabbo’s verloofde, in de winter van 1944-1945 rond een lantaarn aan tafel. Kaarslicht is een noodzaak geworden. Al in de zomer 1940 ging de overheid over tot het rantsoeneren van vaste brandstoffen, gas en elektriciteit. Op basis van het verbruik voor de oorlog werd voor ieder huishouden een maximum rantsoen vastgesteld. Bij overtreding hiervan werd een boete opgelegd, en bij ernstige overtreding kon men worden afgesloten. De elektriciteitsschaarste nam met name in het dichtbevolkte westen steeds verder toe doordat steenkool niet langer werd aangevoerd. Steeds meer stroomloze uren werden ingevoerd en in december 1944 moesten de gas- en elektriciteitsbedrijven de levering aan huishoudens en bedrijven geheel staken. Pas rond juli 1945 kwam de levering van gas en elektriciteit weer op gang.