Sluis, 1930-1940

In Sluis wonen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog een wisselend aantal van 300-400 Duits- en Oostenrijks-Joods-christelijke vluchtelingen. Zij zijn opgegroeid in een gemengd-christelijke omgeving, maar worden volgens de Duitse rassenwetten toch beschouwd als Joden. Andere, “voljoodse” vluchtelingen bekeren zich in Sluis en hopen zo bescherming te krijgen.

De Joden in Sluis worden ondergebracht in twee kampen, een voor de katholieken en een voor de protestanten.
Na de capitulatie van het Nederlandse leger vluchten de c. 300 zich op dat moment in Sluis bevindede Joden naar het zuiden. Zij worden in België en Frankrijk ingehaald door de oorlog. Rond de 180 keren terug en dienen op last van de Duitsers op 16 juni 1940 Sluis te verlaten. Een fors gedeeltelijk komt later in Westerbork terecht. Daar worden ze in juni 1942 vrijgelaten of, na opnieuw opgepakt te zijn, gedeporteerd. Van de meesten is het lot niet bekend. Van degenen wier lot bekend is weten we dat ze vrijgelaten werden, opnieuw werden opgepakt, de oorlog overleefden of omkwamen in de kampen van Westerbork, Auschwitz en Sobibor.

Bron: Fotograaf onbekend / Gemeentearchief Sluis
Terug naar home
Thema: