Oostburg, 5 september 1944

Na de landing in Normandië op 6 juni weten de geallieerden na de doorbraak bij Avranches (eind juli) en de slag bij Falaise (augustus) in snel tempo naar het noorden op te rukken. Langs de Kanaalkust drijven de Canadezen het Duitse 15e leger voor zich uit. Deze trekt zich – met alles wat maar voorhanden is – snel terug en is, nauwelijks gehinderd, in staat bij Breskens in 2 ½ week 86.000 soldaten, 600 kanonnen, 6000 voertuigen en 6000 paarden de Schelde over te zetten. Via Midden-Zeeland trekken zij naar Noord-Brabant om een paar weken later, uitgerust en bewapend, opnieuw tegen de geallieerden ingezet te worden. Hun inbreng is mede bepalend voor de geleidelijke stagnatie van het geallieerde offensief en de uiteindelijke stabilisatie van het front. Op de foto trekken Duitsers met geïmproviseerde voertuigen naar Breskens.