Breda, 29 oktober 1944

Niemand maakt ze wat, deze stoere jongens van het verzet die bij de bevrijding van Breda met buitgemaakte Duitse wapens over straat gaan. Hun namen zijn niet bekend, mogelijk zijn het verdienstelijke illegale werkers. Maar het tafereel roept toch ook gedachten op aan de chaos en de wetteloosheid waaraan delen van het Zuiden na de bevrijding ten prooi waren. Zeker in Breda, waar twee groepen van voornamelijk jonge ‘bevrijdingsillegalen’ zich schuldig maken aan onwettige arrestaties en eigenmachtige ‘vorderingen’, feitelijk natuurlijk ordinaire diefstal. Met hun optreden terroriseren ze niet alleen de burgers van Breda maar ook de autoriteiten. Die zien er tegen op om de ‘commandant’ van een van deze groepen, een ‘tot de tanden gewapende’ louche figuur, op te pakken. Als men hem eindelijk achter slot en grendel heeft, wordt hij na korte tijd weer vrijgelaten omdat zijn manschappen dreigen met handgranaten langs te komen in het Huis van Bewaring. De chef-staf van het Militair Gezag, generaal Kruls, prins Bernhard en de Britse Field Security, moeten eraan te pas komen om deze bandeloze groepen min of meer gedwongen op te nemen in de Stoottroepen en voor een militaire training over te plaatsen naar Vught.

Bron: Keystone Features / Hulton Archive, Getty Images (beeldnummer 3313070)
Terug naar home
Thema: