Leeuwarden, 1940

Acht tamelijk ernstig kijkende mensen op een gezinsfoto. Het zijn slager Gerson de Wilde samen met zijn vrouw Schoontje Dwinger (zittend) en hun zes kinderen: Aaltje, Barend, Eva, Gretha, Roosje en Jacob (v.l.n.r.). De Wilde vestigt zich in 1917 als slager in een pand Achter de Grote Kerk. In 1923 laat hij een nieuwe winkel met bovenwoning bouwen op het hoekje van de Breedstraat en Bij de Put. De Wilde staat bekend als een vriendelijke, goedlachse man. Hij adverteert opvallend veel in de Leeuwarder dag- en weekbladen en wellicht mede daardoor gaan de zaken goed. De winkel trekt veel Joodse en niet-Joodse klanten. In de jaren ’30 neemt De Wilde zijn beide zoons in de zaak op. Na mei 1940 lijkt er aanvankelijk niets aan de hand voor slager De Wilde. Maar dat blijkt stilte voor de storm, al gauw loopt het aantal advertenties terug. In april 1942 moet hij de winkel sluiten. De inventaris wordt in beslag genomen en te gelde gemaakt. Begin november 1942 krijgen de nog boven de winkel wonende leden van het gezin de oproep voor transport naar Westerbork. Op 12 november arriveren ze daar, acht dagen later worden ze, met 721 anderen, op transport gesteld naar Auschwitz. Geen van hen heeft de oorlog overleefd.

Bron: Fotograaf onbekend / Collectie De Wilde, Historisch Centrum Leeuwarden
Terug naar home
Thema: