Leeuwarden, 1942

Gaandeweg 1941 wordt duidelijk wat de bezetter met de Joodse burgers in Nederland voor heeft. Het begint met beperkte ge- en verboden maar al snel verschijnen de beruchte bordjes ‘Voor Joden verboden’. Verdergaande maatregelen zijn het onteigenen van de winkels en bedrijven van Joden. Behalve hun inkomen wordt zo ook hun rol in de samenleving gemarginaliseerd. Als een winkel wordt gesloten wordt de toegang letterlijk verzegeld. Daarna stelt de bezetter een z.g. ‘Verwalter’, een zaakwaarnemer aan die de inventaris van het bedrijf nauwkeurig vast legt en vervolgens laat verkopen. De opbrengst vervalt aan de Duitsers en komt terecht op rekeningen van de beruchte bank Lippmann, Rosenthal en Co. in Amsterdam. Op de foto de verzegelde deur van de op 5 november 1941 gesloten kunsthandel en lijstenmakerij van het Joodse echtpaar Louis Sanders en Froukje Polak in de St. Jacobsstraat 18, in Leeuwarden. De verzegeling draagt het stempel van het Commissariaat van Politie Leeuwarden.

Bron: P. J. Plantinga/Beeldbank Historisch Centrum Leeuwarden (FDA000073)
Terug naar home
Thema: