Noordoostpolder, 17 november 1944

De dag na de razzia moesten de mannen van Vollenhove naar Meppel lopen. Ze kregen van de plaatselijke bevolking brood mee. Johannes Muis schreef in zijn dagboek: “Zo ging het verder, langs wegen die we reeds zo vaak hadden afgelegd, tussen eindeloze watervlakten, via Zwartsluis over de dijk naar Meppel. Och, wat waren de omstandigheden dit maal anders dan normaal, en hoe onzeker de verdere toekomst. Overal passeerden we mensen, die afkomstig waren uit Meppel, Kampen, Zwartsluis enz. en zochten naar bekenden ons. Vaak werden ze door de bewakers op ruwe manier weggejaagd. Het was ± vier in de middag, toen we eindelijk Meppel bereikten, de Hoofdstraat doorgingen en halt moesten houden in de Catharinastraat.” Van hieruit ging het per trein verder via Nieuweschans naar Duitsland. Muis kwam in de omgeving van Lingen bij een boer terecht. Ze keerden na de Duitse capitulatie terug naar Nederland, meestal te voet.