22. Overijssel, Deventer, 10 april 1945
Kort na de bevrijding van Deventer worden drie kinderen van een NSB familie opgehaald door leden van de Nederlandse Binnenlandse Strijdkrachten (NBS). Bij Koninklijk besluit werden de NBS op 5 september 1944 opgericht. De drie belangrijkste gewapende verzetsorganisaties waren hierin vertegenwoordigd: de Ordedienst (OD), de Landelijke Knokploegen (LKP) en de Raad van Verzet (RVV). Prins Bernhard, die samen met de regering nog steeds in Londen verbleef, werd benoemd tot bevelhebber van dit ondergrondse leger. Overal in het land waren NBS -bewakingstroepen gevormd, die na het vertrek van de Duitse bezetter de taak hadden om orde en rust te handhaven. Daartoe behoorde ook het aanhouden van – vermeende – landverraders. Soms gingen de in blauwe overall geklede NBS’ers te ‘enthousiast’ te werk en gingen zij mee in de spontane volkswoede. Zo voorkwamen zij niet dat de plaatselijke bevolking zich ook wel eens afgereageerde op onschuldige personen.