België, 15 november 1944
De Britse regering voerde eind 1941 de dienstplicht in voor ongehuwde vrouwen van 19 tot 24 jaar. Ruim een half miljoen Britse vrouwen dienden binnen de strijdkrachten bij zogenaamde hulpkorpsen. De Nederlandse minister van Oorlog in Londen, Jhr. Ir. O.C.A. van Lidth de Jeude, ontplooide in 1943 soortgelijke initiatieven voor wat Nederlandse vrouwen betrof. Ook Nederlandse vrouwen buiten bezet Nederland in dezelfde leeftijdscategorie zouden dienstplichtig worden. Maar ondanks verwoede pogingen schaarde zijn kabinetscollega’s zich niet achter zijn voorstel. Op initiatief van enkele strijdbare vrouwen in Engeland werd op vrijwillige basis toch een Vrouwen Hulp Korps (VHK) opgericht. Doel van het Korps was het verlenen van ongewapende humanitaire hulp. In het najaar van 1944 bestond het korps uit ruim 200 vrouwen. Ook in Suriname en de Nederlandse-Antillen werden vrijwilligsters geworven. Na de geallieerde landing in Normandië (D-day) werd het VHK gemilitariseerd zodat de vrijwilligsters achter de troepen in België, Brabant en Zeeland aan konden optrekken.